Vorige week zijn we op Isle of May geweest. Dat is een klein eiland in de Firth of Forth, het water waar Edinburgh ook min of meer aan ligt.

Isle of May is in zijn geheel natuurgebied. Vanuit Anstruther varen er per dag een paar bootjes heen. De overtocht duurt ongeveer een uur. Na een wandeling rond het eiland van een paar uur vaar je dan weer terug.

Op het eiland staan twee vuurtorens. En twee misthoorns, één aan de noordkant en één aan de zuidkant.

We werden ontvangen door welwillende vrijwilligers die graag meer vertellen over de natuur op het eiland en hoe deze beschermd wordt.

Het eiland is beroemd omdat er talloze papegaaiduikers broeden. Helaas brengen die herfst en winter op de Noordzee door en waren ze al vertrokken.

Op een mooie zomerdag als deze wemelt het er van de vlinders.

Het eiland heeft een rotskust rondom. En het heeft – heel Schots – zijn eigen glen met daarin een loch.

Op de terugreis was het gedaan met het mooie weer en nam de golfslag toe. Een avontuurlijke afsluiting van ons dagje uit.